Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
Willem Bartel van der Kooi
Shop hierWillem Bartel van der Kooi was geboren in het Friese Augustinusga op 13 mei 1768.Hij groeide samen met zijn jongere broer op in een gezin van bescheiden welstand en met enig aanzien.
Hij toonde al vroeg belangstelling voor tekenen en boetseren en ging daarom sinds zijn twaalfde jaar in de leer bij plaatselijke ververs en behangselschilders. Vanaf 1783 kreeg de veelbelovende plattelandsjongen jarenlang les van Johannes Verrier, een Leeuwarder amateurschilder die hem leerde tekenen naar pleisterbeelden en schilderen met olieverf.
Van der Kooi begon als schilder in een tijd dat Friesland weinig inspirerende voorbeelden kon opleveren, en – samen met zijn in 1791 gestorven kunstvriend Dirk Jacobs Ploegsma – ontwikkelde hij praktisch zonder leiding zijn schildertalent.
Al vroeg waren er in zijn werk invloeden van het toentertijd dominante Franse neoclassicisme merkbaar. Van de vele portretten die hij vervaardigde, was er ook een aantal in zwart krijt getekend. Politieke en bestuurlijke activiteiten verdrongen nu zijn werk als schilder.
Zo werd hij op 23 juni 1795 gekozen tot representant van het volk van Friesland. Een jaar later volgde zijn benoeming tot secretaris en boedelontvanger van Achtkarspelen, de gemeente waarvan zijn woonplaats Augustinusga deel uitmaakte. Belangrijk voor Van der Kooi’s ontwikkeling als portretschilder was een reis naar Düsseldorf, waartoe hij in 1804 in de gelegenheid werd gesteld.
Hiermee ging voor hem een lang gekoesterde wens in vervulling.
In april van dat jaar trouwde hij met de 23-jarige Jetske Hayes, de dochter van een herenboer uit Bergum. Uit dit huwelijk zijn drie zoons voortgekomen.
Kort na de geboorte van de jongste overleed zijn echtgenote in het kraambed; het kind stierf twee weken later. Van der Kooi is nooit hertrouwd. In een poging zijn reputatie als schilder te vergroten deed Van der Kooi in 1808 mee naar wedstrijd uitgeloofd door koning Lodewijk Napoleon voor het beste genrestuk, ter gelegenheid van de opening van de eerste nationale kunsttentoonstelling in Amsterdam. Kooi won de prijs van 2000 gulden met het schilderij De aangeboden brief (1808).
Dankzij deze bekroning kreeg Van der Kooi een aantal portretopdrachten van stedelijke Amsterdamse en regeringsfunctionarissen. Hij was inmiddels in staat om van zijn kunst en zijn eigen vermogen leven.
In 1813 verruilde Van der Kooi de voormalige universiteitsstad voor Leeuwarden, waar hij tot aan zijn dood in 1836 zou blijven wonen.