Ambrosius Bosschaert de Oude

Ambrosius Bosschaert de Oude werd geboren in Antwerpen, waar hij zijn carrière begon, maar hij bracht het grootste deel ervan door in Middelburg (1587–1613), waar hij met zijn gezin naar verhuisde vanwege de dreiging van religieuze vervolging.

Hij specialiseerde zich in het schilderen van stillevens met bloemen, die hij signeerde met het monogram AB (de B in de A).

Op eenentwintigjarige leeftijd sloot hij zich aan bij het Sint-Lucasgilde en werd later decaan. Niet lang daarna was Bosschaert getrouwd en vestigde zich als een leidende figuur in het modieuze bloemenschildergenre.

Ambrosius Bosschaert de Oude had drie zonen die allemaal bloemenschilders werden; Ambrosius II, Johannes en Abraham. Kort na 1587 verhuisde Bosschaerts gezin naar Middelburg om godsdienstige redenen. Hij werd stilleven-schilder en kunsthandelaar.

In 1604 trad hij in het huwelijk. In Middelburg onderwees hij zijn zwager Balthasar van der Ast, die eveneens een succesvol schilder van bloemstillevens werd. Balthasar woonde en werkte ook in zijn atelier en vergezelde hem op zijn reizen. Kort na 1611 verliet hij Middelburg, woonde van 1615 tot 1619 in Utrecht en vestigde zich ten slotte in Breda.

Bosschaert werkte later in Amsterdam (1614), Bergen op Zoom (1615-1616), Utrecht (1616-1619) en Breda (1619). Toen hij in 1619 naar Utrecht verhuisde, trad zijn zwager van der Ast toe tot het Utrechts Sint-Lucasgilde, waar de bekende schilder Abraham Bloemaert net decaan was geworden. De schilder Roelandt Savery (1576–1639) trad rond dezelfde tijd toe tot het Sint-Lucasgilde in Utrecht. Savery had grote invloed op de Bosschaert-dynastie.

Ambrosius Bosschaert de Oude introduceerde een nieuw type bloemstilleven, waarin de bloemen worden weergegeven met een botanische precisie. Zijn composities en kleurgebruik zijn perfect afgewogen.Hij overleed in Den Haag toen hij een bloemstilleven kwam afleveren aan een bediende van prins Maurits. Zijn zwager Balthasar van der Ast nam zijn atelier en leerlingen over.