Hendrick Avercamp

Avercamp werd geboren in Amsterdam maar verhuisde op eenjarige leeftijd met zijn ouders naar Kampen. Avercamp had de bijnaam de Stomme van Kampen omdat hij doofstom was. Zijn moeder gaf hem les in lezen en schrijven, maar tekenen lag hem beter.

Avercamp ging op zijn twaalfde in de leer bij een arme tekenaar. >Deze overleed tijdens de pestplaag van 1602, eveneens verloor Avercamp zijn vader en zijn broer aan de pest.

Op achttienjarige leeftijd verhuisde Avercamp naar een oom van moederskant in Amsterdam, waar hij studeerde bij de in Denemarken geboren portretschilder Pieter Isaacks, en misschien ook bij David Vinckboons.

In Amsterdam maakte Avercamp kennis met het werk van Vlaamse schilders onder wie Gillis van Coninxloo en Pieter Bruegel de Oude.

Hij legde zich toe op het schilderen van ijsgezichten, als een van de eerste landschapsschil-ders van de 17e-eeuw.
De schilderijen van Avercamp zijn kleurrijk en levendig, met zorgvuldig gemaakte afbeeldingen van de mensen in het landschap.

In 1608 verhuisde hij van Amsterdam naar Kampen in de provincie Overijssel.

Hier bleef hij werken tot zijn dood in 1634, op 49-jarige leeftijd. Waarschijnlijk maakte Avercamp schetsen in de winter die hij later in zijn atelier uitwerkte tot schilderij. Zijn winterlandschappen zijn wereldberoemd. De voorliefde voor dit onderwerp ontstond tijdens de schaatstochten, die hij in zijn jeugd maakte.

Het laatste kwart van de 16e eeuw, waarin Avercamp werd geboren, was dan ook een van de koudste periodes van de kleine ijstijd.