Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
Paulus Potter
Shop hier
Paulus Potter was een schilder en etser die voornamelijk werd gevierd vanwege zijn schilderijen van die-ren. Dieren komen prominent voor in alle werken van Potter, soms alleen, maar meestal in kleine groepen tegen de hemel, of in grotere aantallen met boerenfiguren en rustieke gebouwen in een uitgestrekt land-schap.
Potter leerde schilderen van zijn vader Pieter Symonsz. Volgens sommige bronnen was Potter een triviale schilder. Zijn moeder, Aechtie Pouwels, verwijst naar de rijke familie Egmont en Semeyns. Haar broer is ook schilder.
In 1628 verhuisde het gezin van Enkhuizen naar Leiden, waar zijn vader lid werd van de Vereniging van Glasarbeiders. In 1631 verhuisde hij naar Amsterdam. Daar studeerde Porter schilderkunst in het atelier van zijn vader en bestudeerde hij de werken van Pieter Lastman en Nicolaes Moeyaert.
Potter trad in 1646 toe tot het Sint-Lucasgilde in Delft. In 1649 verhuisde hij naar Den Haag, waar hij het jaar daarop trouwde met Adriana, de meestertimmerman en bouwer Claes Dircksz van Balckeneynde. Zijn schoonvader introduceerde hem aan de Nederlandse elite.
Op 1 mei 1652 vestigde Potter zich in Amsterdam op uitnodiging van Nicolaes Tulp, die een aantal van zijn schilderijen bezat. Tulp was onder de indruk van zijn beleefdheid en goede manieren en huurde Porter in om levensgrote portretten te maken van zijn zoon Dick.
Potter’s zijn stijl vertoont weinig afhankelijkheid van die van eerdere meesters. In zo'n korte carrière was er weinig stijlontwikkeling tussen het vroege en het latere werk, maar 1647 ondergaat hij een opleving in zijn prestatie. Hij produceerd zijn mooiste werk in deze periode die sterd afweken van zijn standaard stijl, de enorme ‘Stier” (1647), die levensgroot is, is zijn meest gevierde werk.
Op 1 mei 1652 ging Potter op uitnodiging van Nicolaes Tulp naar Amsterdam en had al veel schilderijen. Hij huurde Porter in om levensgrote portretten te maken van zijn zoon Dick.
Potter maakte in januari 1653 al een testament op en stierf een jaar later aan tuberculose, twee maanden na zijn 28e verjaardag.