Ceasar Boetius van Everdingen

Ceasar Boetius van Everdingen werd geboren in 1616 te Alkmaar. Hij had twee jongere broers; Allart van Everdingen en Jan van Everdingen, Allart van Everdingen was een portret- en geschiedenisschilder uit de Gouden Eeuw.Hij was het eerste kind van de notaris Pieter Cornelisz van Everdingen (1575-1662) en zijn tweede vrouw.

Hij schilderde portretten en historische afbeeldingen en werd aangetrokken door het zuiden. Hoewel hij nooit naar Italië ging, legde hij de geest van de Italiaanse kunst beter vast dan veel van zijn landgenoten die de Alpen overstaken.Hij volgde een opleiding in Utrecht, waar hij leerde schilderen van Jan Gerritsz van Bronckhorst.

Caesar werd in 1632 lid van de schilder gilde te Alkmaar. Zijn eerste bekende schilderij dateert uit 1636.
Na de dood van Caesars moeder in 1640 trouwde zijn vader op 17 juli 1644 met de weduwe van Tobias Harmensz van Oosthoorn, Elisabeth van Hoogstraten.

Begin december 1646 trouwde Caesar zelf met zijn stiefzus Helena van Oosthoorn. Het echtpaar bleef kinderloos.

In 1648 verhuisde hij naar Haarlem, waar hij zich aansloot bij het Haarlemse Sint-Lucasgilde waar hij Jacob van Campen ontmoette.


Jacob van Campen hielp hem van 1648 tot 1650 met de aankleding van de Oranje Zaal in Huis ten Bosch. In 1658 verhuisde hij terug naar Alkmaar waar hij een atelier begon en leerlingen aannam. Zijn leerlingen waren onder anderen Jan Theunisz Blanckerhoff, Adriaen Dekker, Hendrik Graauw en Thomas Heeremans.

Na een decennium in Haarlem keerde Caesar terug naar Alkmaar, waar hij de rest van zijn leven bleefCaesar van Everdingen werd op 13 oktober 1678 begraven in de Grote Kerk in Alkmaar.

Zijn weduwe Helena van Oosthoorn presenteerde enkele van de schilderijen in haar bezit aan de familie Van Everdingen. Ze trouwde vervolgens met Pieter Gerritsz Lang, de hoofdinspecteur van politie van Bergen, bij Alkmaar, maar het huwelijk eindigde in 1687 in een scheiding.

Helena werd op 22 juni 1694 in de Grote Kerk begraven, in hetzelfde graf als Caesar.