Théo van Rysselberghe
Peter Paul Rubens

Theo Van Rysselberghe

Shop hier

Théo (Théophile) van Rysselberghe (Gent, 23 november 1862 - Le Lavandou, 14 december 1926) was een Belgische neo-impressionistische kunstschilder, graficus en ontwerper, die op het einde van de 19de eeuw een sleutelrol speelde binnen de Europese kunstwereld. Zo was hij onder meer een van de oprichters van de avant-gardegroep Les Vingt in 1883.

Théo van Rysselberghe werd geboren in een Franssprekend Gents bourgeoisgezin, hoewel, zijn vader wordt in 1862 vermeld als "schrijnwerker". Hij kreeg zijn eerste artistieke vorming aan de Gentse Academie voor Schone Kunsten onder Théodore-Joseph Canneel. In 1879 stapte hij over naar de Brusselse Academie voor Schone Kunsten onder de leiding van Jean-François Portaels. Deze schilder, die vele maanden in Marokko had doorgebracht, had met zijn Noord-Afrikaanse schilderijen een zekere oriëntalistische mode geschapen voor een cliënteel dat belust was op het exotische. De impact van deze werken zou de jonge Van Rysselberghe sterk beïnvloeden. Tussen 1882 en 1888 maakte hij drie reizen naar Marokko, met een totaal verblijf aldaar van een anderhalf jaar.

Hij was nauwelijks 18 jaar oud toen hij met twee portretten deelnam aan zijn eerste tentoonstelling: het driejaarlijkse Salon van Gent. Kort daarna schilderde hij zijn "Zelfportret met pijp" (1880), geschilderd in vrij sombere kleuren, in de stijl van de toenmalige Belgische realistische traditie. Zijn "Kind in een open plek in het bos" (1880) en de marines "Zeilboten op een rivier" (1880) en "Schepen in de haven" (1881) wijken reeds af van deze stijl en vormen een schuchtere poging in de richting van het impressionisme. Vlug daarop zou hij zijn eigen realistische stijl, die aanleunt tegen het impressionisme, ontwikkelen. Hij ging in 1881 wonen in Brussel en in hetzelfde jaar nam hij voor het eerst deel aan het Salon van Brussel. In augustus 1882 schilderde hij het doek "Poel in de Kempen", dat bewaard wordt in het Museum voor Schone Kunsten in Gent. Mogelijk ontstond dit werk in Genk, op dat moment een geliefd kunstenaarsoord in België.

In de winter van 1882 trad Théo in de voetstappen van zijn leermeester Jean-François Portaels en vertrok naar Marokko. Hij reisde in gezelschap van zijn vriend Frantz Charlet en de Spaanse schilder Dario de Regoyos. In Spanje bezocht hij het Prado museum, waar hij in het bijzonder de "oude Vlaamse, Italiaanse en Spaanse meesters" bewonderde. Hij ontmoette in Sevilla Constantin Meunier, die een kopie aan het maken was van de "Kruisafneming" van Pedro de Campaña. Dit kort Spaans verblijf leverde twee schilderijen: "Spaanse" (1881) en "Sevilliaanse" (1882), beiden reeds totaal verschillend in stijl. Toen hij, eind oktober 1882, voet aan wal zette in Tanger, opende er voor hem een heel nieuwe wereld: zo dicht bij Europa, en toch totaal verschillend. Hij zou er vier maanden verblijven. Hij tekende en schilderde de pittoreske scènes op straat, in de kasba en in de soeks: "Arabische schoenlappers" (1882), "Arabische jongen" (1882) en "Rustende wachter" (1883).

Terug in België, neemt hij met ongeveer 30 werken deel aan de "Cercle Artistique et Littéraire" in Gent. Hij had onmiddellijk succes, in het bijzonder met "De kif rokers", "De sinaasappelverkoper" en de marine "De zee-engte (ondergaande zon), Tanger". Hij toonde deze werken opnieuw in 1883 in het Salon L'Essor in Brussel voor een enthousiast publiek. Rond deze tijd knoopte hij een levenslange vriendschap aan met de schrijver en dichter Emile Verhaeren. Hij hem zou later verschillende malen portretteren. Deze portretten behoren tot de beroemdste werken van Van Rysselberghe. Van Rysselberghe vertrok in september 1883 naar Haarlem om er een kopie te maken van een werk van Frans Hals. Het licht in dit werk en de accurate weergave ervan in zijn eigen schilderijen zou hem voor de rest van zijn leven in de ban houden. Gedurende dit verblijf maakte hij ook kennis met de Amerikaanse schilder William Merritt Chase.

Théo's oudste broer Charles van Rysselberghe (1850-1920) was de Gentse stadsarchitect. Zijn andere broer Octave Van Rysselberghe (1855-1929) was een bekende art-nouveau architect, die had samengewerkt met Joseph Poelaert en Henry Van de Velde. Zijn echtgenote Maria Monnom verkreeg bekendheid als biografe van André Gide, via haar monumentale dagboek.

Théo van Rysselberghe

4 producten

per pagina
Van hoog naar laag sorteren

4 producten

per pagina
Van hoog naar laag sorteren