Jacob van Ruisdael

Er is weinig bekend over het leven van Jacob van Ruisdael. Er is een duidelijk beeld van zijn werk maar veel minder van zijn leven, zo zijn alleen al zijn geboortedatum en sterfplek hevige discussiepunten.Voor zover bekend is er geen enkel portret, zelfportret of brief van van Ruisdael.

Hij was de zoon van de onfortuinlijke lijstenmaker Isaack van Ruysdael, die ook wat schilderde.Op 9 juni 1661 verklaarde hij 32 jaar oud te zijn, wat betekent dat hij werd geboren in 1628 of 1629.

Jacobs moeder was waarschijnlijk Isaacks tweede vrouw, Maycken Cornelis, waarmee hij op 12 november 1628 in het huwelijk trad.Isaack trouwde 9 maart 1642 voor de derde maal, met Barbertgen Hoevenaels en het jaar daar-op werd Jacobs halfzuster Maria van Ruisdael geboren.

Van Ruisdaels familie staat ook bekend onder de naam 'de Goyer' naar hun afkomst uit het Gooiland.Van Ruisdael trad in 1648 toe tot het Haarlemse Sint-Lucas schilders gilde.

De regels van het gilde geboden dat iemand eerst drie jaar de status van leerling kreeg en ver-volgens minstens een jaar als 'vrije gast' werd aangeduid.Alleen vrije gasten mochten hun werk te signeren. Omdat Van Ruisdael zijn werk vanaf 1646 signeerde was hij waarschijnlijk van 1643 tot 1646 leerling en vervolgens van 1646 tot 1648 'vrije gast'.

Het talent van van Ruisdael was al op jonge leeftijd duidelijk en algemeen wordt aangenomen dat hij was toegelaten tot het gilde toen hij de minimumleeftijd van 20 jaar bereikte. In 1646 begon Van Ruisdaels te reizen en dat dit resulteerde in een aantal schilderijen.

Rond 1656 verhuisde Van Ruisdael naar Amsterdam, waar hij in 1659 burgerrechten kreeg.Op 14 Juni heeft hij een verzoek ingediend om gedoopt te worden voor de Hervormde Kerk, een week later werd hij in Ankeveen gedoopt.Waarschijnlijk hoorde hij eerder, net als zijn vader, oom en neef, tot de mennonieten.

Van Ruisdael genoot hoog aanzien in Amsterdam maar is nooit rijk geworden, hoewel bekend is uit enkele fiscale en notariële gegevens dat hij beter af was dan zijn vader.Van Ruisdael bleef zijn hele leven ongehuwd.

Waarschijnlijk is hij aan het eind van zijn leven naar Haarlem teruggekeerd.
Op 14 maart 1682 werd hij begraven in het zuiderdwarsschip van de Haarlemse St. Bavokerk.