Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
Adriaen Coorte
Shop hierEr is weinig bekend over het leven van Adriaen Coorte, maar zijn werk wordt wel bewonderd sinds zijn herontdekking in de jaren vijftig van de 20e eeuw, waarbij vooral Laurens J. Bol (1898-1994), directeur van het Dordrechts Museum, een rol speelde.
Adriaen Coorte werd tussen 1659 en 1664 geboren als tweede zoon van Cornelis Coorte en Petronella van Goch, waarschijnlijk in het magistraatshuis aan de Markt in IJzendijke, waar zijn ouders woonden.
De vader van Adriaen Coorte was griffier van IJzendijke. In 1675, na het overlijden van zijn vader, verhuisde zijn moeder met haar zoons naar de Gortstraat in Middelburg.Al vroeg ging Adriaen naar Amsterdam, waar hij rond 1680 werkte bij Melchior d'Hondecoeter, door wiens thema's (vogels en andere dieren) hij ook werd beïnvloed.
Van 1683-1707 werkte hij in Middelburg als kunstschilder waar hij vooral kleine stillevens maakte. Adriaen Coorte schilderde vaak op papier dat op een houten paneel was geplakt.In de vroegste stillevens koos Adriaen vanitas als motief, dat de vergankelijkheid van het leven aantoonde (zoals schedels en zandlopers).
Later verlaat hij dit motief en richt hij zich meer op de schoonheid van het stilleven. Adriaen koos vaak één enkel onderwerp, bijvoorbeeld een enkele groente, of een schaal met fruit.
Veel schilderijen laten een stenen plint of tafel zien waarin hij vaak zijn signatuur plaatste alsof deze in het voorwerp ingegraveerd of gebeiteld was. Adriaen schilderde soms varianten van hetzelfde werk. Van de asperges zijn bijvoorbeeld 7 varianten bekend. Maar van zijn "hazelnoten" bestaat slechts één versie.Er zijn aanwijzingen dat Adriaen Coorte in Middelburg woonde, de naam van Coorte komt echter ook in archieven in Zierikzee voor.
In de boeken van het Sint-Lucasgilde wordt vermeld dat Coorte 1695 of 1696 een geldboete ontving. Hij had een schilderij verkocht zonder te zijn ingeschreven bij het gilde. Volgens De Jong & Platteel (2015) is dat juist een bewijs dat hij toen niet meer in Middelburg woonde. Hij zou destijds waarschijnlijk in Vlissingen gewoond hebben.