Wij gebruiken cookies om uw ervaring beter te maken. Om te voldoen aan de cookie wetgeving, vragen we uw toestemming om de cookies te plaatsen. Meer informatie.
Carel Fabritius
Shop hierCarel Pietersz. Fabritius werd gedoopt op 27 februari 1622 in Middenbeemster, een klein dorpje in de Beemsterpolder in Nederland. Hij was de zoon van schilder en onderwijzer Pieter Carelsz. en twee van zijn jongere broers, Barent en Johannes, werden ook schilders.
In 1641 trouwde hij met Aeltje Hermans Velthuys en verhuisden ze naar Amsterdam waar ze in de Runstraat woonden. Aeltje was niet zonder middelen en het lijkt waarschijnlijk dat zij en haar familie een bijdrage leverden aan Fabritius opleiding tot schilder.
Begin 1640 studeerde hij samen met zijn broer Barent aan het atelier van Rembrandt van Rijn in Amsterdam. Carel Fabritius wordt algemeen beschouwd als Rembrandts meest getalenteerde student, eeuwen later werd hij nog steeds zeer gewaardeerd en bewonderd, zoals bijvoorbeeld door Vincent van Gogh. Hij was de enige leerling in het Rembrandt-atelier die zijn eigen artistieke stijl ontwikkelde; hij experimenteerde met perspectief en belichting.
Rembrandt gebruikte meestal een donkere achtergrond met een spotlicht op het onderwerp, terwijl Fabritius in zijn portretten de onderwerpen zelf delicaat belicht en de achtergronden in lichtere kleuren en met structuur schildert. Hij wijkte af van de voor de Renaissance gebruikelijke focus op iconografie en was zeer geïnteresseerd in de technische aspecten van de schilderkunst. Hij creëerde vorm door koele kleuren harmonieën te schilderen met een heldere stijl.
In 1643 overleed zijn vrouw Aeltje, hoogstwaarschijnlijk tijdens de bevalling van hun kind. Het kleine meisje werd gedoopt, maar stierf helaas kort daarna. Fabritius verhuisde in datzelfde jaar terug naar Middenbeemster.
In 1650 trouwde hij met weduwe Agatha van Pruijsen en verhuisde naar Delft waar hij in 1652 toetrad tot het Delftse schildersgilde.
Fabritius schilderde historische stukken, portretten, stillevens en stadsgezichten. Vanwege zijn interesse in licht, perspectief en trompe-l'oeil wordt hij beschouwd als een van de grondleggers van de zogenaamde Delftse school. Waarschijnlijk heeft hij grote invloed gehad op de twee bekendste schilders van Delft, Pieter de Hooch en Johannes Vermeer.
In oktober 1654 verongelukte Carel Fabritius in de Delftse Donderslag; een enorme explosie in het Delftse buskruitmagazijn die een kwart van de stad verwoestte. Hij stierf een kwartier na aankomst in het ziekenhuis en ook zijn atelier en veel van zijn schilderijen hebben de brand niet overleefd, voor zover bekend zijn er slechts vijftien schilderijen en 12 tekeningen teruggevonden.
Twee van zijn meest bekende werken zijn Gezicht op Delft (1652), waarin men een muziekinstrumenten verkoper en de kerk van Delft ziet en Het Puttertje uit 1654, een trompe l'oeil-schilderij waarin hij met een zwaar beladen penseel en gedurfde streken van lichtere kleuren op de voorgrond en zachtere verfstreken met doffere kleuren eronder gebruikt om het visuele effect te accentueren. Het gezichtspunt lijkt wel iets van onderaf te liggen, dit suggereert dat het de bedoeling was om dit kunstwerk hoger aan de muur op te hangen.